Op 4 oktober was het in het nieuws: het aantal kankerpatienten in Nederland stijgt de komende tien jaar explosief. Als ik de cijfers uit een trendonderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) moet geloven, zullen er in 2032 circa 1,4 miljoen mensen zijn die kanker hebben of hebben gehad. Dat is een toename van 75% ten opzichte van nu!
In de EU zijn maar twee landen waar kanker vaker voorkomt dan in Nederland, nl Ierland en Denemarken. En het blijkt dat het krijgen van kanker méér te maken heeft met leefstijl dan met genen, zoals vaak wordt aangenomen. Onze genen bepalen maar voor 2-3% of we daadwerkelijk kanker krijgen, want zelfs als je “foute” genen hebt bepaalt je leefstijl of die genen daadwerkelijk tot expressie komen, dus ervoor zorgen dat je ook echt kanker krijgt.
Over gewicht en zo
Overgewicht blijkt een belangrijke risicofactor te zijn, maar ook alcohol, roken, een gebrek aan beweging, en natuurlijk een ongezond voedingspatroon zijn funest.
Gelukkig is dat laatste mijn vak: voeding.
Of eigenlijk: alles weten van een gezond voedingspatroon wat ervoor zorgt dat het lichaam alle voedingsstoffen krijgt om zichzelf gezond te houden.
En ik begeleid mensen die willen afvallen met het Metabolic Balance voedingspatroon.
Maar nu komt de hamvraag: wat IS een gezond voedingspatroon?
Wat is wérkelijk gezond?!?
Het zogenaamde oerdieet, gebaseerd op de aanname dat onze genen maar 0,1% verschillen van die van onze voorouders? Koolhydraatarm? Vegetarisch? Veganistisch? Mediterraan? Blue zone? Whole Food Plant Based? De Schijf van Vijf?
Ik ben inmiddels al heel wat jaren bezig met het bestuderen van voedingspatronen en het effect ervan op onze gezondheid. Mijn eetpatroon is absoluut veranderd sinds ik orthomoleculaire geneeskunde heb gestudeerd, en verandert nog steeds regelmatig een beetje. Ik eet zelf “gezond”, denk ik, en ik dacht dat ik ook gezond wás.
Maar het is niet altijd wat het lijkt
En nu komt het: in april 2021 werd er bij mij borstkanker geconstateerd.
Daar zat ik dan, met mijn goede gedrag.
Niets gevoeld, niets gemerkt, en gelukkig mijn borsten regelmatig laten controleren (dmv. een thermografie en een echo), want anders was ik er te laat bijgeweest.
Ik had een HER2+ tumor, een triple positieve tumor die agressief van aard is, maar “goed te behandelen”. De reguliere behandeling bestaat uit chemotherapie, immunotherapie, hormoontherapie, operatie en bestraling. Je zou bijna denken dat het middel erger is dan de kwaal, maar dat was in mijn geval helaas niet zo.
En dus, ondanks mijn complementaire achtergrond, heb ik toch bijna alle reguliere behandelingen ondergaan die me waren aangeraden. Niet alle, overigens.
Ik ben geen statistiek
Omdat er één okselklier was aangetast kreeg ik het advies om alle okselklieren te laten verwijderen; protocol in Zuid-Nederland, gebaseerd op statistieken ivm overlevingskansen. Bij kanker wordt nl alles uitgedrukt in de kans dat je over …. jaar nog in leven bent.
Een van de gevolgen van zo’n “okselkliertoilet” kan echter zijn (en is in bijna alle gevallen) dat er een vochtophoping in je arm ontstaat (want de lymfebanen voeren vocht af). Ik heb er dus voor gekozen om dat niet te doen en heb in plaats daarvan de zgn Risas procedure ondergaan, wat inhoudt dat de aangetaste klier(en) en de zng “poortwachter” (de klier die als eerste de lymfestroom uit de borst krijgt) worden verwijderd en dat er aanvullend wordt bestraald. Het probleem is dat het bekend is hoeveel risico reductie een okselkliertoilet oplevert, maar nog niet wat de risico’s over 10 jaar gemeten bij de Risas procedure inhouden.
Appels met peren vergelijken dus. En proberen je angst opzij te zetten, naar jezelf te luisteren en te kiezen wat het beste voelt (en dat valt niet mee als je een levensbedreigende ziekte blijkt te hebben).
Ook heb ik niet alle chemobehandelingen gehad die me waren aangeraden, simpelweg omdat ik het niet meer volhield. Ik werd serieus levensmoe van het middel (Cadzila). Dat is een combinatie van Trastuzumap (immunotherapie) en chemo, en ik kreeg dat als nabehandeling omdat de chemo’s die ik vóór de operatie had gehad niet afdoende hadden gewerkt.
Maar ik heb genoeg zware behandelingen wél gehad en het is, vind ik zelf, een wonder dat ik er toch relatief goed doorheen ben gekomen.
Nu zijn de behandelingen afgelopen en ga ik de controle jaren in.
Als ik over vijf jaar nog leef en kankervrij ben, heb ik net zoveel kans als ieder ander dat ik (weer) kanker krijg. Dat je “genezen” bent zeggen ze tegenwoordig niet meet bij kanker. Uiteraard ligt mijn focus nu bij het zorgen dat ik die vijf jaar haal. En dan nog vijf jaar. En dan nog vijf jaar. Minstens.
Ik heb daarbij nog steeds een rotsvast vertrouwen in goede voeding maar ik ben nu wel aan het bestuderen wat “goede voeding” betekent voor een kankerpatient in remissie.
Is er zoiets “goed”?
Wat ga ik eten, de komende twintig jaar? En wat niet? En waaróm wel of niet?
Het antwoord heb ik op dit moment nog niet, maar het is in de maak.
Dus hou de Voedingstherapeut in de gaten, als het onderwerp je interesseert!